Er zijn heel veel soorten ingrepen en schouderblessures, maar als je kijkt naar stabilisatie zijn er over het algemeen twee soorten schouderoperaties. Deze twee schouderoperaties worden hieronder toegelicht.
Bij een Bankart laesie is het onderste gedeelte van de kraakbeenring beschadigd en vaak zelfs losgelaten van de schouderkom. De schouder is hierdoor minder stabiel.
Bij een SLAP (Superior Labrum Anterior to Posterior) laesie is het bovenste gedeelte van de kraakbeenring beschadigd of zelfs losgelaten van de schouderkom. Soms is naast de kraakbeenring ook de bicepspees beschadigd.
Schouderoperatie Bankart laesie
Tijdens de schouderoperatie Bankart laesie zal de kraakbeenring die beschadigd of losgekomen in van de kraakbeenring, worden vastgehecht aan de schouderkom. Dit gebeurt met behulp van ankers in het bot en draden waarmee het weefsel wordt opgepakt. Als het kapsel beschadigd is, zal dit gehecht worden. Door deze ingreep wordt het schoudergewricht weer stabiel gemaakt.
Schouderoperatie SLAP laesie
Als er sprake is van een schouderoperatie SLAP laesie dan zal tijdens de operatie de kraakbeenring weer vastgehecht worden, eventueel samen met de bicepspees.
Algemeen info schouderoperaties
Bij schouderoperaties begint de orthopedisch chirurg meestal met een kijkoperatie (arthroscopie). Afhankelijk van de bevindingen tijdens de arthroscopie zal de orthopedisch chirurg de schouderoperatie vervolgen. Over het algemeen zullen alle verdere verrichtiingen die middels arthroscopische techniek kunnen plaastvinden, uitgevoerd worden.
In het geval dat een arthroscopie niet afdoende is zal een ‘open’ operatie gepland worden. Dit gebeurt meestal in een vervolg operatie.
Nabehandeling schouderoperatie
Na een stabilisatie operatie mag de schouder gedurende enkele weken niet volledig worden gebruikt. Meer hierover in een ander artikel op deze website.